Het valt voor mij moeilijk om hier neer te schrijven wat wij in die jaren van oorlog en ellende hebben meegemaakt. In 1940-angst lag mijn vrouw in het ziekenhuis met de geboorte van mijn jongste zoon Tinus. Elk oogenblijk kon de oorlog losbartsen. Gelukkig bleven wij hier in Den Bosch met wat kapotte bruggen en de schrik vrij. Maar van toen af aan zijn bij ons zware lasten en zorgen komen opdagen. 1942 onze jongste ploseling naar het ziekenhuis. De doktor geeft geen hoop meer. Acht dagen lang heeft mijn vrouw dag en nacht gewaakt. Door Gods hulp keerde hij in ons midden terug. 1944. Onze oudste zoon gaat na Juvenaad om kloosterling te worden. Mijn vrouw brengt hem naar het station en zegt "Jongen zou je niet mee terug gaan, want het is niets rustig in Frankrijk". Ikzelf breng hem naar Eindhoven vanwaar hij zelf is verder gereisd. Hij heeft zijn moeder nooit meer gezien. De tijd wordt steeds spannerder en wij zoeken een schuilkelder bij onze buren. Wij hadde het ons zoo gemakkelijk mogelijk gemaakt, totdat mijn buurman zei "Ik ruik brand" (granaten hadden we al zat gehoord). Wij op onderzoek uit en jawel hoor, ons heele huis stond in brand. Wat te doen. Eruit, anders verbranden. Toen dwars door de huizen naar het Emmaplein. Daar de nacht doorgebracht, staande in de nattigheid, opgepropt vol. Van daar uit weer gevlucht naar de school, die al afgebrand was, maar de kelder was nog heel. Maar niet om uit te houden en zoo heel snel van daar uit naar de pastorie. Wij ontmoetten daar de zusters van de school. En vandaar uit kwam ons noodlot. "Daar komen ze" riepen onze jongens uit. "Wij kunnen de binnenstad in, de Engelschen zijn er". Wat inderdaad het geval was. Mijn vrouw liep de buren na, maar ik met mijn jongen op de arm kon niet zoo hard loopen. Aan de Capucijnenlaan komt een granaat midden tusschen ons in. Mijn vrouw heb ik nooit meer gezien. Ik zelf was zwaar gewond en mijn jongste zoon was in zijn rug gewond. Zoo vielen wij op den dag van de bevrijding van Het Zand. Langs dezen weg wil ik mijn hartelijken dank betuigen aan Pater Teofried en Pater Hyacint, voor de hulp aan mij en de mijnen op die gevaarlijken ogenblijkken aan ons geboden. |
René Kok, 'Wegens bijzondere omstandigheden...' : 's-Hertogenbosch in bezettingstijd 1940-1944 (2008) 380-381